Redigeren vind ik een prettig, bijna therapeutisch klusje. Al doende vergeet ik alles om me heen en verlies me in schaven en polijsten. Gek genoeg denken veel mensen in mijn omgeving dat ik Nederlands heb gestudeerd (gek, omdat ik met enige regelmaat fouten maak, die ik gelukkig meestal op tijd zelf ontdek). Ik heb heus wel gestudeerd en zelfs een paar vakken Nederlands gevolgd, maar neerlandica … nee. Gelukkig kom je met een beetje taalgevoel een heel eind.
Gevoel, dat is het sleutelwoord in de omschrijving van wat ik doe als ik redigeer: ik lees een tekst en voel of er obstakels in zitten. Als al lezend een woord of formulering bij mij het gevoel teweegbrengt dat ik in een Ugandese bus zonder vering zit die net over een dode geit rijdt, weet ik dat ik moet ingrijpen. Het gebeurd dikwijls … Boink! Hoofd gestoten tegen het busplafond.
Een zelfde soort pijn ervaar ik keer op keer als ik het woord welke lees. Althans, gebruikt als betrekkelijk voornaamwoord, niet als vragend voornaamwoord. Zoals in:
Wij verzoeken u de vragenlijst terug te sturen, welke wij hebben bijgesloten.
Waarom niet: die wij hebben bijgesloten? Mijn wijlen schoonvader zou verontwaardigd uitroepen: ‘Het is niet nodig!’ (op zijn Katwijks uitgesproken als ‘nódich’). Welke past in het rijtje woorden waar alleen nog dringend aan pensioen toe zijnde ambtenaren, boekhouders en bibliothecarissen zich van bedienen, maar waar al heel lang een veel vlotter alternatief voor bestaat:
Stoffig | Vlot |
tevens | ook |
voorts | verder |
nagenoeg | bijna |
hetgeen | wat |
aangaande | over |
Het is een hardnekkig misverstand dat lezers je hoger achten wanneer je woorden uit het eerste rijtje gebruikt. En nee, je wordt heus niet voor jip-en-janneketaalneuroot uitgemaakt als je kiest voor woorden uit het tweede rijtje; ze bieden een stukje leesgemak (bam!).