Als mijn dochter tegen me zegt: ‘Je moet nog even dit of dat,’ dan riposteer ik vanzelfsprekend met: ‘Ik moet niets.’ Net zoals ik graag andere oubollige, ouderlijke dooddoeners rondstrooi, zoals: ‘Het is hier geen hotel’ en ‘Honger? Kindertjes in Afrika hebben honger.’ Maar dat terzijde.
Waar ik het eigenlijk over wilde hebben, is de malle – zich als een olievlek in het Nederlands taalgebied uitbreidende – gewoonte om voor elke uitspraak ‘Ik moet zeggen’ te plakken. Feitelijk is het net zo’n loze stoplap als ‘zeg maar’. Of zouden ik-moet-zeggen-mensen hopen dat ze zich hiermee vooraf indekken tegen boze reacties? ‘Sorry, maar ik MOEST het zeggen.’ Van wie weet niemand. Het kan natuurlijk zijn dat ze stemmen horen die hen opdragen uitspraken te doen. Een dergelijke aandoening wil ik geenszins bagatelliseren, maar als dat niet het geval is, is zo’n voorvoeging ronduit suf en op zijn minst onnodig.
Laten we meteen ook de voorvoegsels “Feitelijk” (hier gebruikt) en “Eigenlijk” (vaak te horen) achterwege.
Wat dat ‘eigenlijk’ betreft ben ik het met je eens (lees ook: https://letterhelden.nl/eigenlijk-heel-gek/, maar ‘feitelijk’ heeft hier m.i. wel degelijk een functie, en wel in de betekenis: ‘in werkelijkheid’.