Als je me niet persoonlijk kent, weet je waarschijnlijk niet dat ik ooit, lang geleden, columns schreef voor het Van Dale Taalweb. Al grasduinend in mijn archief kwam ik onderstaand stukje tegen, dat ik in 2003 schreef bij mijn afscheid voor de rubriek ‘Een stukje taalergernis’. Het leek me vermakelijk genoeg om af te stoffen. De aangestipte taalergernissen zijn grotendeels nog verbazingwekkend actueel.
Slot accoord
Bij wijze van spreekwoordelijke zwanezang wil ik graag ff een laatste stukje taalgebeuren tegen Uw aanhouden. Met dank aan alle ‘inzenders’, die over de jaren heen, met 300 % inzet hun feed back exetera hebben meegedistribueerd zeg maar. De meeste hadden hun primaire basis focus echt helemaal in de pocket. Dan had ik zoiets van: die issue moet je volledigerwijs zo volmaakt mogelijk uitnutten, anders loop je een win-win situatie mis en dan zijn de rapen zoek.
Als web redacteur werkzaam zijnde heb ik qua content management een pro-actief ergenisgebeuren willen initiëren om het level van deze tool te upgraden. Ten eerste omdat minder boventallige internen de plank er meestentijds naast sloegen en B. omdat ik me gewoon aan hun heb geïrriteerd zeg maar. In diverse meetings heb ik dat naar hun toe geprobeerd te communiceren, maar in principe was het bilaterale contact uiterst nihil.
Wat schetst echter mijn verbazing? Het bleek echt wel meer moeilijk als ik gedacht had om alle input zo meest effectief mogelijk te outsourcen. Absoluut niet relaxed weet je. Gelukkig ben ik niet de enigste en kreeg ik veel support van tig visitors, die net als mij zich irriteerden aan echt wel storend taalgebruik. Een snelle quick scan van de communicatie highway implantaties resulteerde in de volgende harvest: “Toppie! Helemaal leuk. Doe jij maar je ding doen mevrouwtje.” Helaas, mijn ding is gedaan. Dank U.