Het persoonlijk maken

Er is iets merkwaardigs aan de hand in de Nederlandse taal: aan de ene kant worden zaken steeds persoonlijker: ‘My T-mobile’, ‘Mijn Belastingdienst’, ‘Jouw aanbiedingen’ et cetera, et cetera, terwijl aan de andere kant schrijvers alle registers opentrekken om maar zo onpersoonlijk en indirect mogelijk te communiceren.

Vooral managers en ambtenaren zijn er goed in: zij verdoezelen graag wie wat doet (of zou moeten doen) en larderen daarom hun teksten te pas en te onpas met de lijdende vorm. Daarnaast hebben ze het over: ‘het maken van analyses’, ‘de presentatie van de cijfers’ en ‘het opstellen van rapporten’. Deze steeds vaker gebezigde ‘passivering’ noemen we de naamwoordstijl: hierbij vermomt de schrijver een zelfstandig naamwoord als werkwoordsvorm. Toegegeven: de naamwoordstijl glipt zo uit je pen, maar maakt je teksten onnodig lang en onpersoonlijk.

Laat ik mezelf verduidelijken met een voorbeeld, met toestemming geleend van mijn taalcollega Pyter Wagenaar, uit zijn reuzeleuke en -handige boekje De managementcode gekraakt:

In het komen tot de betreffende procedure is in zoverre gestuurd dat de duur van het contract is afgestemd ter voorkoming van de overschrijding van het budget.

Terwijl het ook zo kan:

Om de procedure te verwezenlijken, hebben we de duur van het contract beperkt, zodat we het budget niet overschrijden. 

Door de handelende personen te benoemen en van het zelfstandige naamwoord een werkwoordsvorm te maken, is het actief maken van deze voorbeeldzin gelukt.

0 reacties… reageer

Reageer op dit artikel

Letterhelden - Tekst- & communicatie-experts Amsterdam